Van kortste metrolijn ter wereld tot regionaal light rail-netwerk
Op 9 februari 1968 werd in Rotterdam de metrolijn Centraal Station – Zuidplein geopend, de eerste van ons land. Het betrof slechts een kort traject van 5,8 kilometer, maar al tijdens de bouw werd er gezinspeeld op uitbreidingen en die kwamen er ook. Thans, veertig jaar later, is het bescheiden lijntje uitgegroeid tot de ruggengraat van het Rotterdamse openbaar vervoer en vervult de metro tevens een belangrijke regionale functie, met verbindingen naar Spijkenisse, Schiedam, Den Haag, Nesselande en Capelle aan den IJssel. In 2006 maakten 85 miljoen reizigers gebruik van beide metrolijnen die, na de opening van het traject van RandstadRail tussen Rotterdam Hofplein en Den Haag Centraal, een gezamenlijke lengte hebben bereikt van ongeveer 80 kilometer.
De laatste keer dat er in boekvorm aandacht is besteed aan de Rotterdamse metro was in 1986. Sindsdien hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan. De verbindingen met Capelle aan den IJssel en Nesselande kwamen tot stand, de Beneluxlijn werd geopend, RandstadRail kwam met horten en stoten in bedrijf, er werd nieuw materieel in dienst gesteld, een groot aantal stations kreeg een facelift en de OV-chipkaart werd ingevoerd. Het veertigjarig jubileum van de metro in 2008 vormt al met al een uitstekend aanknopingspunt om alle ontwikkelingen weer eens op een rijtje te zetten en, geplaatst in historisch perspectief, in boekvorm te presenteren. Te meer daar in dat zelfde jaar ook de Hofpleinlijn, thans onderdeel van de RandstadRail Erasmuslijn, honderd jaar bestaat. Op 1 oktober 1908 reden hier de eerste elektrische treinen. Het spreekt vanzelf dat ook aan dit jubileum in deze uitgave niet voorbij wordt gegaan.
In het boek komt de metro in zijn meest uitgebreide vorm naar voren. Naast de gebruikelijke aspecten als railinfrastructuur, materieel, lijnennet en dienstuitvoering komen ook zaken als bouwtechnieken (tunnels, viaducten), architectuur en spoorbeveiliging uitvoerig aan de orde. In Rotterdam is altijd veel aandacht uitgegaan naar de vormgeving van stations en andere bouwwerken die deel uitmaken van de infrastructuur van de metro. De stations langs de Beneluxlijn zijn er prachtige voorbeelden van.
In afzonderlijke hoofdstukken komen de Erasmuslijn, de Calandlijn en RandstadRail aan bod. In het hoofdstuk over RandstadRail worden zowel de voorgeschiedenis van het project, de geschiedenis van de Hofpleinlijn tussen 1908 en 2006, de ombouwwerkzaamheden, de aanleg van de boortunnel, de uitbreiding van het metrostation CS en de exploitatie (met alle perikelen er omheen) uitvoerig besproken.
Het tweede deel van het boek bevat onderdelen over het materieel, de spoorbeveiliging, tarieven en kaartjes, de gevolgen van de metrobouw voor het tramverkeer en de ParkShuttle te Capelle aan den IJssel als feedersysteem voor de metro. Het geheel wordt afgewisseld met columns, praktijkverhalen en citaten. Het boek telt ongeveer 350 afbeeldingen, waarvan het merendeel in kleur.