De benzinemechanische en dieselelektrische Sikken
Martin van Oostrom
De benzinemechanische locomotoren serie 100 en de dieselelektrische locomotoren serie 200 van de Nederlandse Spoorwegen staan bekend als “Sikken”. Hun geschiedenis begint in 1924 en is nog niet geëindigd, want talloze Sikken zijn bewaard gebleven en fraai gerestaureerd. De ontwikkeling van de locomotor was gelegen in de economische noodzaak tot een efficiënter, goedkoper en sneller vervoer van goederen per spoor. Met de komst van de Sikken kon de snelheid flink worden verhoogd. Hun geschiedenis is dan ook onlosmakelijk met de ontwikkelingen in het goederenvervoer verbonden. De chef van de locomotiefbouw van NS, ir. P. Labrijn, ontwikkelde een handzame en bruikbare locomotor serie 100 waarvan het prototype in 1927 verscheen. Dit ontwerp werd in de volgende twee jaar verbeterd. Het werd bekend als het type Labrijn-Schwartzkopff en internationaal beschouwd als het prototype van de moderne locomotor. Hiervan werden vijftig stuks door Schwartzkopff en Werkspoor voor NS gebouwd. De invoering van de groepswagendienst met de zomerdienst van 1934 betekende een totale wijziging van het stukgoederenvervoer, waarvoor sterkere locomotoren nodig waren. Ir. Labrijn ontwierp daarop de dieselelektrische locomotoren serie 200, waarvan tussen 1934 en 1951 door Werkspoor en de Wpc Zwolle 169 stuks werden geleverd. De Sik bleek gedurende zo’n negentig jaar uitermate handzaam, veelzijdig en was op praktisch elk station of rangeerterrein terug te vinden; in de huidige tijd bij bijna alle museumlijnen. Zij speelde daarnaast een belangrijke rol op de lokaalspoor- en tramwegen.
Dit rijk geïllustreerde boek met talloze historische documenten beschrijft de geschiedenis van de 222 benzinemechanische en dieselelektrische locomotoren die vanaf 1924 bij de Nederlandse Spoorwegen dienst deden.