De Erfenis

32.00 incl. BTW

Uitverkocht!

De Erfenis

32.00 incl. BTW

In de Nederlandse spoorwegliteratuur is het rijtuig stiefmoederlijk bedeeld: geen enkel boek en een zeer gering aantal tijdschriftartikelen. Veel van wat de onderzoeker aan lacunes kan tegenkomen wordt in dit boek gevuld. Waaruit bestond die erfenis, waarom die onwaarschijnlijk grote variatie in typen voor hoofdspoorwegen, lokaalspoor- en tramwegen?

Uitverkocht!

Categorie:

De houten rijtuigen van de Nederlandsche Spoorwegen 1921-1956

Voor het vervoer van personen bouwden de spoorwegen vanaf hun jongste jaren rijtuigen, een woord direct ontleend aan het voorafgaande tijdperk van diligence en postkoets. Die spoorrijtuigen waren van hout, in sommige gevallen tot de wielen toe. In Nederland kwam het eerste geheel stalen rijtuig pas in 1928 op de baan. Tegen het eind van de 19e eeuw begon men houten rijtuigen met staalplaat te bekleden. Meer dan drieduizend van zulke voertuigen erfde de in 1921 ontstane ”Nederlandsche Spoorwegen” van de voorgangers zoals HIJSM en SS. Die erfenis kon kennelijk wel tegen een stootje, want sommige rijtuigen waren gebouwd in de jaren zestig van de eeuw daarvoor.

In de Nederlandse spoorwegliteratuur is het rijtuig stiefmoederlijk bedeeld: geen enkel boek en een zeer gering aantal tijdschriftartikelen. Veel van wat de onderzoeker aan lacunes kan tegenkomen wordt in dit boek gevuld. Waaruit bestond die erfenis, waarom die onwaarschijnlijk grote variatie in typen voor hoofdspoorwegen, lokaalspoor- en tramwegen?

De ontwikkeling van het interieur is een ander facet dat aandacht krijgt, vanaf ongeveer 1890 offerden de maatschappijen ruimte ter wille van het comfort van de reiziger in de vorm van balkons, zijgangen en toiletten, aanvankelijk closets geheten. En dat interieur had behoefte aan gas voor de verlichting en stoom voor de verwarming.
Wie reisden er met die treinen in de eerste, tweede en derde klas? Waaruit bestond het personeel? Welke handelingen moesten worden verricht voor een schilderbeurt? Het zijn allemaal vragen die bij het beschrijven van De Erfenis aan de orde komen. Ook wordt aandacht besteed aan het Koninklijk Materieel, de postrijtuigen, en de bagage- en snelgoedwagens, de koersborden en de letterlijk honderden rijtuigen die op reserve stonden voor het massavervoer. De schoolreisjes, de ”pleziertreinen” en de toogdagen brachten tientallen extra treinen op de baan, tot vijftien rijtuigen per trein toe.

Niet eerder verscheen in Nederland een zo veelomvattend boek over een zo essentieel onderdeel van het spoorwegbedrijf; met de zitplaatsen moest tenslotte het geld worden verdiend.

Extra informatie

Gewicht 1.750 kg
ISBN

978-90-71513-54-1

Inhoud

160 bladzijden

Formaat

24 x 33 cm