De gevolgen van de spoorwegstaking, die op 17 september 1944 was uitgeroepen, waren enorm. Materieel en goederen verdwenen over onze oostgrens of werden systematisch vernield. De spoorwegen in Nederland werden vanaf die datum door de Deutsche Reichsbahn geëxploiteerd als integraal onderdeel van het Duitse spoorwegnet.
Nadat in september 1944 de geallieerde legers de zuidelijke grens van ons land waren gepasseerd, kwam beneden de grote rivieren langzaam maar zeker de exploitatie van het spoorwegbedrijf weer op gang. Ondanks de druk van de oorlogsvoering en de beperkte materiële hulpmiddelen werd vaak met de nodige improvisatie gepoogd het spoorwegvervoer te herstellen.
Na de Duitse capitulatie op 5 mei 1945 was ook het westen van ons land vrij. Op 7 mei 1945 kwamen de spoorwegen weer onder gezag van NS. Vanaf die datum kon – zo goed en kwaad als het ging – worden begonnen met de wederopbouw van het bijzonder zwaar beschadigde spoorwegbedrijf. In deze moeilijke maanden werd ook gebruik gemaakt van de achtergebleven Duitse locomotieven, al was hun inzet beperkt en van korte duur.
Martin van Oostrom beschrijft aan de hand van Nederlandse en Duitse bronnen de achtergronden, de standplaatsen en de rijdende dienst van de locomotieven van de Deutsche Reichsbahn bij NS vanaf 1944 tot en met het vertrek van de laatste locomotief in 1949.
Het boek is rijk geïllustreerd met vele unieke foto’s, Nederlandse en Duitse documenten.